Activiteitenverslag

project “De Ooijpolder, van Steenfabrikanten en natuurrecreanten”

Ooij, 20 april 2005

Paragraaf 1: Verrichte activiteiten

Start van het project

Voor het project “De Ooijpolder: van steenfabrikanten en natuurrecreanten” is bij beschikking van 14-12-1998 (verzonden 21-12-1998) aan de stichting Platform Toerisme Ubbergen een subsidie van f 1.000.000 verleend. Op dat moment was de financiering van het project nog niet geheel onderbouwd en dienden de kosten van de post “verwerving onroerend goed” nader onderbouwd te worden.

De stichting Platform Toerisme Ubbergen is direct na de subsidietoekenning begin 1999 gestart met het concretiseren van het ingediende voorstel. Al ras bleek dat de planologische haalbaarheid van het onderdeel smalspoor-tracé een aantal complicaties met zich meebracht. In tegenstelling tot hetgeen in eerste instantie werd gedacht, moest voor het hele tracé het bestemmingsplan gewijzigd worden. Door de gemeente Ubbergen is toen besloten om het gehele tracé mee te nemen in het nieuw op te stellen bestemmingsplan Buitengebied. Omdat het bestemmingsplantraject bepalend was voor het verdere verloop van het project heeft het platform Toerisme Ubbergen in 1999 zwaar ingezet op de planologische belangenbehartiging, naast het verder invullen van het financieringstraject.

Naar aanleiding van de problemen met dat planologische spoor heeft Laser bij brief van 15-8-2000 ingestemd met een wijziging van de beschikking in die zin dat de looptijd is verlengd tot 21-12-2003.

Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan Buitengebied en het daarin op te nemen tracé voor het smalspoor stuitte de gemeente Ubbergen op tal van bezwaren op het gebied van flora en fauna. Zo zaten onder andere “roodborsttapuiten” het smalspoortracé in de weg. Eind 2001 is daarom door het Platform Toerisme Ubbergen besloten dat het aanleggen van een smalspoortracé een onbegaanbaar pad zou zijn gelet op de tijd, die restte om het project conform de subsidiebeschikking tot een goed einde te brengen. Op 24 januari 2002 is daarom aan Laser verzocht om het onderdeel smalspoor te laten vervallen en dit te vervangen door een door zonne-energie aangedreven wegtrein. Dit was een nieuw te ontwikkelen transportmiddel, dat een bijdrage levert aan de vermindering van het toeristisch mobiliteitsprobleem in de Ooijpolder en daardoor ook goed paste in de doelstellingen van het project. Hiermee is op 28-1-2002 door Laser ingestemd.

Oprichting stichting van Steen en Natuur

Omdat het project inmiddels de capaciteit van de stichting Platform Toerisme Ubbergen oversteeg en een dergelijk groot project in uitvoering ook niet past bij de doelstellingen van het platform Toerisme, is op 12-4-2002 de stichting van Steen en Natuur opgericht. Deze stichting heeft met name ten doel het realiseren en instandhouden van het project “De Ooijpolder: van steenfabrikanten en natuurrecreanten”. Hiermee is bij brief van 23 mei 2002 door Laser ingestemd.

De stichting van Steen en Natuur is daarna voortvarend met de uitvoering van het project aan de slag gegaan. Op 1 juli 2002 is het museum Mooi Nederland te Beek-Ubbergen aangekocht met als doel daarin de expositie van steenfabrikanten en natuurrecreanten te kunnen onderbrengen. Voorts is opdracht gegeven voor de levering van de drie zonnetreinen.

Museum Mooi Nederland

Cofinanciering

De stichting van Steen en Natuur liep in 2002 al snel tegen het achterblijven van de cofinanciering aan. Zo trok de gemeente een aanvankelijke toezegging van 350.000 gulden om bezuinigingsredenen in maar toonde zich wel bereid waar nodig te helpen om de financiering van het project rond te krijgen. Van de zijde van het recreatieschap Nijmegen en omstreken was de voorlopige toezegging gedaan om een restantbijdrage van het ministerie Vrom in het kader van het terugdringen van de automobiliteit in de Ooijpolder voor dit project beschikbaar te stellen. Het opgaan van het recreatieschap in RGV-holding leverde problemen op in die zin dat RGV de bijdrage niet meer wilde doorsluizen naar de stichting van Steen en Natuur maar wel de beschikking op naam van Van Steen en Natuur wilde laten zetten. Hiermee kon het ministerie van Vrom niet instemmen omdat het al een vrij oude subsidietoekenning was, waarvan de tenaamstelling niet meer gewijzigd kon worden.

Verder gaf het VSB-fonds op 29 juli 2002 een subsidie van 68.067,03 euro ten behoeve van de aanschaf van de drie zonnetreinen. Tenslotte lag er nog een principetoekenning van de provincie Gelderland van 15.000 euro voor het onderdeel restauratieprojecten.

De stichting heeft zich vervolgens beijverd om een grotere bijdrage van de provincie Gelderland voor de drie restauratieprojecten te krijgen, hetgeen uiteindelijk gelukt is middels een beschikking van 9-6-2004, waarbij een bedrag van 12.000 en een bedrag van 13.613 euro is toegekend. Het bedrag van 12.000 euro was gekoppeld aan een bij de gemeente Ubbergen aangevraagde subsidie monument en landschap voor de drie restauratieprojecten.

Na intensief overleg tussen Van Steen en Natuur, RGV-holding en het ministerie Vrom is uiteindelijk besloten dat RGV-holding af zou zien van de bijdrage en dat het ministerie Vrom een nieuwe beschikking zou geven ter ondersteuning van het project.

Dit is gebeurd bij beschikking van 16 oktober 2003.

Gekoppeld aan de subsidietoekenning van de gemeente Ubbergen was de verplichting dat de eigenaar van de restauratie-objecten ook een bijdrage in de restauratiekosten zou verstrekken. Van twee restauratieobjecten is Staatsbosbeheer eigenaar. Staatsbosbeheer heeft zich na ook weer intensief overleg met Van Steen en Natuur bereid verklaard om een bijdrage van 7.000 euro voor de restauratiewerkzaamheden te verstreken.

Door de provincie Gelderland is op 22 januari 2003 nog een bijdrage van 37.500 euro beschikbaar gesteld dor de dienst wegen, verkeer en vervoer voor de ontwikkeling van de eerste zonnetrein.

Om de financiering verder rond te krijgen heeft de stichting Van Steen en Natuur in september 2002 een aanvraag POP-subsidie bij de provincie Gelderland gedaan. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in een subsidiebeschikking door DLG op 21-4-2004.

Voor de pop-subsidie is het project van Steenfabrikanten en Natuurrecreanten gesplitst in twee delen; deel 1 betreft de ontwikkeling en voorbereiding van het project, de aanschaf van het prototype van de zonnnetreinen en de aankoop van het museum. Deel 2 betreft de aankoop van de twee andere treinen, de inrichting van het museum, de bewegwijzering van de fiets- en wandelroutes, het maken van een informatiebrochure en kaart en de restauratieprojecten.

Als cofinanciering van de POP-subsidie heeft gediend:

Met de bijdrage vanuit POP en de eigen inbreng van de stichting Van Steen en natuur voor 10 % was de financiering van het project verzekerd.

Omdat echter de eindtermijn van de bijdrage van Laser was gesteld op 21-12-2003 en niet alle subsidiënten vooraf de subsidie of een voorschot verstrekken is op 27 januari 2003 aan de gemeente Ubbergen een garantie gevraagd van 307.750 euro teneinde bij de Rabobank een lening te kunnen afsluiten. Met die lening konden dan de restauraties en de verbouwing van he museum betaald worden. De gemeente Ubbergen heeft die garantie bij brief van 10-2-2003 afgegeven.

Daarnaast bleek de restauratie van de veldoven een lastige klus en de hiervoor gespecialiseerde aannemer geen tijd te hebben. Daarom is aan Laser uitstel gevraagd tot 1 juli 2004, welk uitstel verleend is bij brief van 15-8-2003. Wegens de trage afhandeling van de POP-subsidie is uiteindelijk nog een keer uitstel verleend tot 31-12-2004.

Activiteiten

De activiteiten, die door de stichting zijn gerealiseerd, zijn:

  1. de aanschaf van drie treinen op zonne-energie

Solar Road train

  1. de aankoop van het museum Mooi Nederland, de verbouwing ervan en de inrichting met een expositie over de steenindustrie en de natuurontwikkeling die daaruit voortgekomen is

  2. de restauratie van drie monumenten uit de tijd van de steenindustrie

Veldoven voor en na de restauratie

Trafohuis voor en na restauratie

Smalspoorviaduct

  1. de bewegwijzering van wandel- en fietsroutes volgens het knooppuntensysteem

Fiets- en wandelroute

  1. de uitgifte van een boekje over de Ooijpolder met bijbehorende kaart voor de fiets- en wandelroutes.

Het oorspronkelijke projectplan van Steenfabrikanten en Natuurrecreanten is daarmee gerealiseerd. Van het projectplan is afgeweken, zoals hierboven al is vermeld, door de wijziging van het smalspoortracé in de aanschaf van drie treinen op zonne-energie. Daarnaast is de oorspronkelijk gedachte route van 20 a 25 km dank zij de toegekende pop-subsidie uitgebreid tot een routenetwerk volgens het knooppuntensysteem in de gehele Ooijpolder en de Duffelt (het gebied tussen Nijmegen en Millingen aan de Rijn).

Exploitatie

De stichting heeft zich ook ten doel gesteld om te komen tot een rendabele exploitatie van het project.

De exploitatie van het museum en het in stand houden van de gerestaureerde monumenten en de routestructuren wordt verzekerd door de huurinkomsten van de drie zonnetreinen alsmede door de verhuur van de treinen voor reclame-doeleinden. Daarnaast wordt entree geheven voor het bezoeken van het museum en worden boekjes en kaarten verkocht.

Paragraaf 2 Mate waarin de verrichte activiteiten hebben bijgedragen aan de projectdoelstellingen

Doel van het project “De Ooijpolder: van steenfabrikanten en natuurrecreanten” is om stromen recreanten die nu reeds in grote getale (vooral vanuit Nijmegen) de Ooijpolder bezoeken, in goede banen te leiden en op een aantrekkelijke wijze te informeren over de natuur en cultuurhistorie van de polder. Daartoe wordt een route ontwikkeld langs de locaties waar de steenindustrie een belangrijke rol heeft gespeeld en wordt er een expositie met dit thema ingericht.

De in paragraaf 1 geschetste activiteiten hebben in belangrijke mate bijgedragen aan het realiseren van de doelstelling. Middels de activiteiten van de stichting is een groeiend besef van het belang van de cultuurhistorische waarden van de steenindustrie voor de ontwikkeling van de Ooijpolder ontstaan. In de inventarisatie “Ruimte voor Cultuur” van de Rijksdienst voor Monumentenzorg uit december 2002 wordt al opgemerkt dat een ruime eeuw lang het Gelderse uiterwaardenrivierlandschap is gevormd en op vele plaatsen visueel gedomineerd door steefabrieken met hun schoorstenen als landmarks. Anno 2002 is een herkenbare steenfabriek in het rivierenlandschap een zeldzame verschijning geworden. Langs de Rijnoevers ter hoogte van de Ooijpolder is het grootste aantal herkenbare (restanten van) de steenfabrikage bewaard gebleven van heel Nederland. Voor behoud en (her)ontwikkeling van dit unieke geworden steenfabrikagelandschap mag volgens de steller van het rapport – P. Nijhof – een forse op elkaar afgestemde beleidsinspanning en samenwerking van alle betrokken overheden en actoren worden verlangd.

De stichting van Steen en Natuur heeft met haar project bijgedragen aan een verdere intensivering van de samenwerking op dit gebied.

In het project is samengewerkt met de volgende instanties:

Voor de restauratie van de drie monumenten uit de steenindustrie heeft de stichting op 14 maart jl. de Ton Gijsbers monumentenprijs ontvangen van de stichting tot behoud van monument en landschap in de gemeente Ubbergen

De aandacht voor de cultuurhistorie van de steenindustrie als gevolg van dit project heeft er ook toe geleid dat de gemeente Ubbergen nu bezig is met het opstellen van een beleidsplan voor behoud van overige restanten van de steenindustrie. Vooruitlopend daarop heeft de stichting van Steen en Natuur al een tweede Popsubsidie aangevraagd voor het herstel van de schoorsteen van de voormalige steenfabriek de Ooij aan de Erlecomsedam te Ooij. Dit is nog de enige schoorsteen in de Ooijpolder die nog zijn oorspronkelijke hoogte heeft.

Voorts is de stichting in samenwerking met de gemeente Ubbergen, Staatsbosbeheer en de Oost-Nederlandse Smalspoorstichting aan het onderzoeken of op het terrein van Staatsbosbeheer (voorheen de locatie van steenfabriek Robert Janssen) een smalspoortracé kan worden aangelegd in combinatie met het restaureren van overige objecten van de steenindustrie.,

Verder is er overleg met ondernemers gevoerd over de exploitatie van de drie zonnetreinen teneinde bezoekers langer vast te houden in de polder en hierdoor de economie in de polder te stimuleren.

Het project “De Ooijpolder: van steenfabrikanten en natuurrecreanten” en de hieruit mede versterkte aandacht voor de steenindustrie heet er ook toe geleid dat in het gebiedsprogramma rivierengebied oost 2005-2007 door de provincie Gelderland is aangegeven dat men graag projecten ziet die bijdrage aan de beleving van de geschiedenis van de baksteenindustrie, zoals het behoud en herstel van tunnelovens, tasvelden, tichelputten, schoorstenen en steenfabrieken. Prioriteit wil men geven aan projecten uit de Ooijpolder. Zoals gezegd is de stichting van Steen en Natuur al bezig met de voorbereiding van die projecten.

Paragraaf 3 Opgedane kennis en ervaring

Achteraf gezien was de oorspronkelijke doelstelling van het project met een smalspoortracé door de Ooijpolder voor het vervoer van personen te ambitieus. De bestemmingsplantechnische problemen waarmee destijds de stichting Platform Toerisme werd geconfronteerd waren door de relatief korte tijd waarmee een aanvraag in het kader van de stimuleringsregeling vernieuwing landelijk gebied moest worden ingediend, te optimistisch ingeschat.

Voorts bleek het idee om het smalspoortracé in te ruilen voor een nog te ontwikkelen wegtrein op zonne-energie ook omgeven te zijn met allerlei voetangels en klemmen. Zo moest het concept voor de wegtreinen nog geheel ontwikkeld worden en was het voor het bedrijf smallPoppy b.v., dat in eerste instantie de treinen ontwikkeld heeft, een behoorlijke opgaaf om financiers voor dit innovatief concept te vinden. Uiteindelijk heeft het ambitieuze idee wel geleid tot de oprichting van het bedrijf The Solar Vehicle Company b.v., dat het concept voor deze treinen heeft overgenomen, de zonne-treinen nu daadwerkelijk produceert en landelijk en in Europa gaat verkopen.

Verder bleek dat er geen keuringseisen voor deze wegtreinen zijn omdat deze niet kunnen voldoen aan de eisen van de Wet personenvervoer 2000. Omdat het Ministerie van Verkeer en Waterstaat van mening is dat dit in praktijk voor wegtreinen ook niet mogelijk is wordt nu gewerkt aan een wijziging van het reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, waardoor locale wegbeheerders ontheffing voor het gebruik van de openbare weg met dergelijke wegtreinen kunnen verlenen. Er komt geen typekeuring. Wel is er in opdracht van het ministerie een lijst met voertuigeisen opgesteld. Lokale wegbeheerders die voornemens zijn een wegtreintje toe te laten wordt geadviseerd deze lijst als check-list te hanteren alvorens een vergunning af te geven. Aan de eisen wordt ook door de zonne-treinen voldaan. In afwachting van een wijziging van het reglement verkeersregels en verkeerstekens wordt al toegestaan dat locale wegbeheerders toestemming geven voor het toelaten van de wegtreinen op de openbare weg. De toestemming is inmiddels verleend door de gemeente Ubbergen en Millingen aan de Rijn en wordt binnenkort nog verleend door de gemeente Nijmegen en de provincie Gelderland waardoor het gebruik van de treinen in de Ooijpolder en directe omgeving verzekerd is.

Het subsidietraject heeft ook de nodige hoofdbrekens gekost. Achteraf kan worden geconstateerd dat de eerste twee jaar (te) lang is gewerkt vanuit de wens om een smalspoortracee te realiseren, met alle planologische en financiele consequenties van dien. Na de conceptuele overstap van smalspoortreinen naar de zonne-treinen werd het project planologisch en financieel aanmerkelijk overzichtelijker en kon actief gewerkt worden aan het regelen van de cofinanciering. Hiermee is na de oprichting van de stichting van Steen en Natuur met grote voortvarendheid en creativiteit gewerkt. De tijd, die hiermee gemoeid is, is aanzienlijk en vergt een forse inspanning van een stichting en haar bestuursleden.

Tenslotte kan geconstateerd worden dat het voorfinancieren van subsidies, hetgeen door sommige subsidiegevers wordt voorgestaan of wat door de afhandelingstermijnen van subsidies noodgedwongen moet plaatsvinden, voor stichtingen bijna niet op te brengen is. Dank zij de goede contacten met de gemeente Ubbergen kon een garantie voor een aan te trekken geldlening worden verkregen. Met de rentelasten van zo’n lening wordt in de verleende subsidie geen rekening gehouden. Dit is een aandachtspunt voor subsidieverstrekkers, zeker als het gaat om de uitvoering van projecten door stichtingen.

Ook een aandachtspunt voor subsidieverstrekkers vormt het feit dat voor elke subsidieregeling een eigen eindverslag met vaak een accountantsverklaring moet worden ingediend. Zeker als het gaat om subsidies, die als cofinanciering bij de pop-subsidie zijn ingebracht, zou volstaan kunnen worden met een gecombineerd eindverslag. Tenslotte hanteert elke subsidieregeling ook nog een afzonderlijke eindtermijn. Zo hanteert Laser als eindtermijn 31 december 2004 terwijl DLG voor de POP-subsidie als eindtermijn hanteert 1-12-2005. Subsidies, die als cofinanciering bij de pop-subsidie zijn ingebracht, hanteren nog weer andere termijnen.

4. Wijze van openbaarmaking

De resultaten van dit project worden verspreid via de inmiddels ook opgezette website www.steenennatuur.nl en via media als dagblad De Gelderlander, overige dagbladen, de locale omroep WFM, het weekblad de Rozet en overige geďnteresseerde bladen. Tijdens de loop van het project zijn resultaat-onderdelen overigens al onder de aandacht van de media gebracht. Daarbij is ook melding gemaakt van de subsidieverlening op basis van de stimuleringsregeling vernieuwing landelijk gebied.

Conclusie:

Door de samenwerking met verschillende partners, het combineren van de aandacht voor cultuurhistorie en natuurontwikkeling, het bieden van een alternatief vervoerconcept op milieuvriendelijke basis, het ontwikkelen van wandelroutes en fietsroutes volgens het knooppuntensysteem, dat in het KAN-gebied nog niet eerder toegepast is en het bieden van informatie over het thema in een museum, is de basis gelegd voor een verdere uitbouw van het project in de gehele Ooijpolder. Het project is daarmee als innovatief aan te merken en heeft betekenis voor het landelijk gebied. Daarbij is er ook zicht op verdere continuďteit.

Dank:

Onze dank gaat uit naar de subsidieverstrekkers:


en naar de stichting tot behoud van monument en landschap in de gemeente Ubbergen voor hun medewerking bij de drie restauratieprojecten.

Ooij, 20 april 2005

Het bestuur van de stichting van Steen en Natuur

De secretaris de voorzitter,

M.L.W.J. Willemsen A.L. van Dorst